Leren leren


Klik op een vak voor meer informatie:

 

.

 

 

 

 

 

 

Nederlands
  • Lees samen een tekst en praat over deze tekst (onderwerp, hoofdgedachte, doel, moeilijke woorden, elkaar vragen stellen).
  • Doe hardop een opgave met iemand anders (je krijgt dan direct feedback).
  • Kies boeken uit die je aanspreken en lees veel.
  • Meld je aan bij www.beterspellen.nl en www.beterontleden.nl en krijg elke dag een kleine oefening.
  • Oefen op sites als www.cambiumned.nl en www.nieuwnederlands.nl (je docent kan hier opdrachten op zetten).
  • Bekijk filmpjes met extra uitleg (bijvoorbeeld van Arnoud Kuijpers)
  • Schrijf teksten en vraag van meerdere mensen feedback.
  • Oefen een presentatie daadwerkelijk voor familieleden.
  • Stel vragen aan de docent tijdens de les.

 

 

 

 

 

 

 

Wiskunde
  • Leer de gele stukjes theorie.
  • Leer de Samenvatting.
  • Maak de D-toets.
  • Maak de Gemengde opgaven.
  • Maak de Herhaling.
  • Kijk tijdens de lessen je huiswerk na.
  • www.wiskundeacademie.nl
  • Stel vragen aan de docent tijdens de les.

 

 

 

 

 

 

 

Engels
  • Woordjes leren: gebruik www.wrts.nl
  • Woordjes leren: vouw een vel papier in de lengte dubbel. Schrijf op de ene zijde de Nederlandse woorden en op de andere zijde de vertaling. Maak rijen van 10 woorden, herhaal zo vaak als nodig.
  • Spreek de woorden in op de spraakmemo van je mobiel en overhoor jezelf.
  • Gebruik www.quizlet.com (simpele tools waarmee je van alles kunt leren).
  • Maak flashcards (van papier of online met Quizlet).
  • Grammatica: begin een week van te voren met rijtjes leren. Schrijf ze net zo vaak over totdat je ze uit je hoofd kent.
  • Neem de Unit Check nog een keer door.
  • Stel vragen aan de docent tijdens de les.

 

 

 

 

 

 

 

Frans
  • Woordjes leren: gebruik www.wrts.nl
  • Woordjes leren: vouw een vel papier in de lengte dubbel. Schrijf op de ene zijde de Nederlandse woorden en op de andere zijde de vertaling. Maak rijen van 10 woorden, herhaal zo vaak als nodig.
  • Spreek de woorden in op de spraakmemo van je mobiel en overhoor jezelf.
  • Gebruik www.quizlet.com (simpele tools waarmee je van alles kunt leren).
  • Maak flashcards (van papier of online met Quizlet).
  • Grammatica: begin een week van te voren met rijtjes leren. Schrijf ze net zo vaak over totdat je ze uit je hoofd kent.
  • Vervoegingen: https://www.verbos.eu/Dutch/
  • Stel vragen aan de docent tijdens de les.

 

 

 

 

 

 

 

Duits
  • Woordjes leren: gebruik www.wrts.nl
  • Woordjes leren: vouw een vel papier in de lengte dubbel. Schrijf op de ene zijde de Nederlandse woorden en op de andere zijde de vertaling. Maak rijen van 10 woorden, herhaal zo vaak als nodig.
  • Spreek de woorden in op de spraakmemo van je mobiel en overhoor jezelf.
  • Gebruik www.quizlet.com (simpele tools waarmee je van alles kunt leren).
  • Maak flashcards (van papier of online met Quizlet).
  • Grammatica: begin een week van te voren met rijtjes leren. Schrijf ze net zo vaak over totdat je ze uit je hoofd kent.
  • Stel vragen aan de docent tijdens de les.

 

 

 

 

 

 

 

Biologie

 

 

 

 

 

 

 

Geschiedenis

 

 

 

 

 

 

 

Economie

 

 

 

 

 

 

 

Aardrijkskunde

 

 

 

 

 

 

 

Maatschappijleer

 

 

 

 

 

 

 

M&O

 

 

 

 

 

 

 

Natuurkunde
  • Ken de begrippen in de paragrafen uit je hoofd.
  • Wees in staat de begrippen toe te passen.
  • Ken de tabellen met stoffen uit je hoofd die je docent opgeeft.
  • Maak de ‘Test Jezelf’ aan het einde van het hoofdstuk meerdere keren op verschillende dagen en kijk deze na.
  • Maak de werkbladen die de docent uitdeelt en herhaal dit.
  • Maak zelf toetsvragen.
  • Houd je rekenniveau op orde.
  • Test bijvoorbeeld je kennis via www.beterrekenen.nl
  • Doe mondeling of op papier mee met de docent wanneer deze op het bord iets uitlegt.
  • Probeer een situatieschets te maken bij de tekst.
  • Als je een formule omschrijft, controleer je antwoord door alle gegevens in te vullen in de standaardformule.
  • Maak de voorbeelden in de paragraaf zelf en bekijk dan de uitwerkingen die er onder staan.
  • Stel vragen aan de docent tijdens de les.

 

 

 

 

 

 

 

Scheikunde
  • Ken de begrippen in de paragrafen uit je hoofd.
  • Wees in staat de begrippen toe te passen.
  • Ken de tabellen met stoffen uit je hoofd die je docent opgeeft.
  • Maak de ‘Test Jezelf’ aan het einde van het hoofdstuk meerdere keren op verschillende dagen en kijk deze na.
  • Maak de werkbladen die de docent uitdeelt en herhaal dit.
  • Maak zelf toetsvragen.
  • Houd je rekenniveau op orde.
  • Test bijvoorbeeld je kennis via www.beterrekenen.nl
  • Doe mondeling of op papier mee met de docent wanneer deze op het bord iets uitlegt.
  • Probeer een situatieschets te maken bij de tekst.
  • Als je een formule omschrijft, controleer je antwoord door alle gegevens in te vullen in de standaardformule.
  • Stel vragen aan de docent tijdens de les.