Experiment met genetisch gemodificeerde organismen

Afgelopen december hebben leerlingen van 5 vwo bij het vak natuur, leven en technologie (NL&T) een heel bijzonder experiment gedaan. Nadat ze in het eerste blok vooral veel theorie hadden geleerd over moleculaire biologie gingen ze er in het tweede blok mee aan de slag. In een eerste experiment hebben ze hun eigen DNA onderzocht om te ontdekken of ze gevoelige smaakpapillen zouden hebben. Gevoelig voor het bittere stofje PTC welteverstaan. In 1931 ontdekte een chemicus per toeval dat dat nogal verschilt per persoon. Onze leerlingen hebben dus hun genotype (welke genen je bezit) vergeleken met hun fenotype (welke eigenschappen je hebt). Bij dit experiment hebben ze leren werken met wetenschappelijke laboratoriummaterialen waaronder micropipetten, een pcr-apparaat en een gelelektroforese-opstelling (zie afbeelding). Zoals vaker gebeurt voor de vakken biologie en NL&T hebben we hiervoor gebruik gemaakt van materialen die beschikbaar zijn via bètapartners.

Het experiment erna was erg bijzonder. Sinds enkele jaren mogen we op school experimenten doen met bepaalde genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s). Onder strikte door het ministerie voorgeschreven omstandigheden mogen scholen dat. We zijn een van de weinige middelbare scholen in Nederland die dat mogen. Een (bijna) unieke kans dus! Genetisch gemodificeerd klinkt misschien heftig, maar als je weet wat je doet, juist getraind bent en onder begeleiding van deskundigen werkt kan het veilig. En het is erg leerzaam! In ons geval hebben we bepaalde bacteriën een eigenschap gegeven die normaal bij kwallen voorkomt, namelijk fluoresceren (licht geven) onder UV-licht. Zoals op de afbeelding is te zien is dat alleen in bepaalde gevallen zo. Op de eerste twee petrischaaltjes zijn normale bacteriën gebracht, die onder bepaalde omstandigheden juist wel of niet groeien. De laatste twee platen zijn met de gemodificeerde bacteriën die onder bepaalde omstandigheden wel of geen licht geven. Wat daarvoor zorgt kunnen de leerlingen nu feilloos verklaren. En nog belangrijker: doordat ze op de juiste manier hebben gewerkt zijn deze niet-natuurlijke bacteriën op een veilige manier vernietigd. Het was namelijk ook belangrijk om te leren hoe je voorkomt dat experimenten met ggo’s voor gevaarlijke situaties kunnen leiden. De leerlingen ontvangen een herinnering aan dit bijzondere practicum van de vereniging NL&T.

Met veel dank aan onze TOA’s voor de begeleiding, organisatie en ondersteuning!

Chris Oskam (docent NL&T)